|
||||||||
'... is een hebbeding, en zeker niet alleen voor rasta’s en verstokte roots reggae en dub' Volgende anekdote uit een andere uithoek van de muziekwereld mag een illustratie zijn wat we intussen ervaren als een algemene regel. De in folkkringen bekende Franse accordeonist Maurice Le Gaulois (die nog deelnam aan het fraaie ‘Het Zwarte Goud’, mijnwerkersproject en -plaat van de VRT op initiatief van Dree Peremans) was door een rijke joodse dame gevraagd om te komen spelen op haar feest. Na afloop bedankte de dame hem en zijn gezelschap enthousiast en uitgebreid. ‘Het zijn toch alleen maar joden die klezmer kunnen spelen zoals het hoort, vindt u niet?’ Het antwoord van Maurice was even gezwind als laconiek: ‘Mais, madame, je ne suis pas juif’. We weten dat de discussie ‘Can white men sing the blues?’ al lang hopeloos achterhaald is, maar we werden er toch maar aan herinnerd met Pura Vida, de roots reggae en dub band uit Sint-Maria-Aalter, deelgemeente van Aalter, dat tegenwoordig aardig in de buurt komt van Kingston Town, Jamaica. Als je twijfelt aan het gehalte van hun muziek, en aan de manier waarop ze een persoonlijke invulling geven aan roots reggae stijl Bob Marley, dan kan je je gaan verantwoorden bij legendes als Lee ‘Scratch’ Perry, Aston ‘Family Man’ Barrett (legendarische bassist van The Wailers) en Roydel Johnson (AKA Ashanti Roy van de al even mythische The Congos) Niet alleen zijn dat giganten in hun vak, maar ze zijn ook geen onbekenden in The Last Ark Studio, daar in het bosrijke ‘Maria Aalter’, het hart van Lost Ark Music (let op het verschil tussen ‘lost’ en ‘last’) Pura Vida is top én aanvaard door de top. Ze werden niet voor niets laureaat in het prestigieuze European Reggae Contest in 2008. We leerden Pura Vida kennen, ruim tien jaar geleden in de intussen deerlijk gemiste circustent op de Pietberg in Aalter (wie er ooit was, weet waarover we spreken!), waar enkele zomers lang schitterende concerten doorgingen, een concept dat helaas op termijn te duur bleek. Pura Vida gaf toen onder de bezielde leiding van Bregt ‘Puraman’ De Boever een fel gesmaakt concert, waarin het heilige vuur de gaten toestopte die het overigens verwaarloosbare tekort aan speelervaring moeiteloos dichtte. De cd die ze in 2010 uitbrachten, ‘Struggle In The City’, confirmeerde al dat goeds en groeide intussen uit tot een klassieker in de dub-georiënteerde reggae. Er volgden nog een reeks platen, waar de hulp van groten in het vak stilaan een traditie werd: u vindt hun namen wel weer op het net! Verleden jaar (23 november 2019) gaf Pura Vida een stomende set in Arscene, Hansbeke, samen met een paar selecte gasten, onder wie de Braziliaanse, karaktervolle zangeres Alessandra De Queiroz. Het in de basis zevenkoppige (en beslist ook koppig) Pura Vida heeft onderwijl métier zat, natuurlijk, maar er is ook nog steeds én dat heilige vuur én die heel eigen benadering, aanpak, die de roots reggae verrijkt met goed geïntegreerde elementen uit allerlei muziekjes. Vlaanderen heeft daar al van kunnen genieten op 10 juni toen ‘Iedereen Beroemd’ (VRT) ‘Als een Leeuw in een Kooi’ van en met Willy Sommers koppelde aan Pura Vida, voor velen allicht een openbaring (gesteld dat men Pura Vida al kende… Als Rootstimelezer kent u het mediaprobleem) en naar we hopen een ontdekking, want op drie minuutjes tijd slaagt het gezelschap ‘vriend en vijand’ te verrassen, onder meer ook in het Nederlands. Intussen is er ‘Praying For The Angels’, de elfde langspeler, als we goed geteld hebben, en ze ligt in het verlengde van het Arscene concert, want de Hansbeekse gaste, Alessandra de Quieroz, is in vier nummers aan het feest. Opener ‘Heart Of The Last Ark’ van Puraman en door hem gezongen begint met een niet ongebruikelijk echobad, maar dat gaat al snel over op een reguliere song, waarin de dubelementen voor de juiste sfeer blijven zorgen. Het mag dan geen spectaculaire start lijken, hij brengt je in de juiste sfeer. Het volgende ‘Crawling’ is een pareltje mede door de expressieve zang van Puraman. Nummer drie ‘Song To Bob’ is, hoe kan het ook anders, een ingetogen ode aan Marley. Bregt Puraman De Boever schreef het, zoals ook bijna al de andere nummers, maar opvallend is de aanwezigheid van Aston ‘Family Man’ Barrett op bas en diens zoon Aston Barrett Junior op drums. Na ‘Pretty Stranger’,mooi in zijn mistroostigheid, krijgt Puraman op ‘Les eaux sauvages’ voor de Franse verzen vocale steun van Nina ‘Vitalia’ Schelfthout. Er volgen drie songs die Bregt en Alessandra samen penden en ook samen uitvoeren. Daaronder het terechte titelnummer. ‘O sopro de Inae’ zingt ze in een verleidelijk (Braziliaans) Portugees. Haar schuurpapieren stemgeluid en haar intense uitvoering geven ‘Find A Way Home’ een uniek karakter en maken er een hoogtepunt van. Schoon volk op ‘Blessings From The Last Ark’, geschreven en uitgevoerd door Ashanti Roy, Derrick ‘Watty’ Burnett en Kenroy ‘Tallash’ Fyffe, met andere woorden… The Congos! Zo klinkt dit nummer ook, als vintage Congos, op zich de aanschaf van de plaat dus al waard! De melodica speelt hier een hoofdrol. Het zou ons te ver leiden om alle muzikanten in het zonnetje te zetten, maar we kunnen wel aanstippen dat er achter de protagonisten de diverse deelnemers onafgebroken fijntjes en inventief musiceren. Vooral het slagwerk valt op, ‘Ancestor Spirit Dance’ roept de geesten uit een ver verleden op, waarna het ritmische ‘Tropical Storm’ voor contrast zorgt, al een eind weggewaaid van Jamaica. Maar de grote verrassing zit in afsluiter ‘Learn To Let Go’: dat is klassieke ‘westerse’ singer-songwriting, spaarzaam ondersteund door een keyboards (we vermoeden: bespeeld door Puraman), die in een flits refereert aan ‘Riders On The Storm’. In deze ballad zijn we ver van de reggae, maar deze ietwat troosteloze ‘tussen liefdes in’ song grijpt je naar de keel: ‘They said: if you want to love her, you have to learn to let her go.’ Maar wie goed luistert, hoort een sprankel hoop… Laat er geen twijfel over bestaan: ‘Praying For The Angels’ is een hebbeding, en zeker niet alleen voor rasta’s en verstokte roots reggae en dub. Dat ze live de pannen van het dak spelen, hebben we al aangegeven. Op Reggae Geel zijn ze graag geziene gasten, maar deze hartverwarmende muziek werkt overal. Antoine Légat
|
||||||||
|
||||||||